waar ben je naar op zoek?

Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Aan tafel met Quinta Steenbergen

De Nederlandse volleybaldames hebben een heel mooi en spannend jaar achter de rug.

We zagen ze stralen op verschillende competities waarbij de Olympische Spelen een absoluut hoogtepunt was. De meiden staan vaak in de kijker. Maar ze hebben natuurlijk ook een ‘gewoon’ leven. In deze reeks interviews nemen we de tijd voor een kijkje in hun leven en praten wij met ze bij over het reilen en zeilen van allerdag.

Voor de kick off van deze reeks werden wij warm onthaald bij Quinta Steenbergen thuis in het gezellige Alkmaar.

Naam: Quinta Steenbergen
Geboorteplaats: Schagen
Ouders: Rob en Marianne Steenbergen
Broer: Alvaro
Zussen: Anouk en Tamar
Partner: Dennis
Slaapmaatje bij Oranje: Myrthe, ze is echt een schone slaapster, kijkt gelukkig als ze slaapt

Ik zie wat dozen, ben je aan het inpakken of aan het uitpakken?

“We zijn aan het kijken naar andere woningen. We hebben geen haast en we zoeken een leuke opknapper. Samen klussen, dat kunnen we wel en mijn vader is ook erg handig. Nu pakken we wat spullen in en knappen we het hier op zodat het straks goed verkoopbaar is.”
Er klinkt wat geritsel in een doos en het hoofdje van een van de twee katten steekt omhoog. Dennis en Quinta hebben twee naaktkatten die heel vrolijk en aanhankelijk bij het gesprek komen buurten.

Wanneer begon je met volleyballen?

“In het begin toen ik startte was ik 12 jaar oud (bij Polisport in Schagen), wat best ‘oud’ is om te starten. De meesten waren al eerder begonnen, rond 8 jaar oud. Maar ik deed toen aan turnen. Daarna ging ik op een teamsport en er werd al gevolleybald in mijn familie, dus toen ging ik dat ook doen. Ik ging heel snel en kon al met 16 jaar oud starten in de eredivisie bij AMVJ Sportclub in Amstelveen.

In Nederland

Na de Olympische Spelen ben je in Sneek gaan volleyballen. De meeste speelsters van Oranje gingen bij clubs in het buitenland verder. Hoe bevalt het om hier in Nederland te zijn?

“Heel fijn! Ik ben nu lekker thuis en dicht bij mijn familie. Mijn ouders, broer en zussen wonen niet ver weg en ik heb allemaal leuke nichtjes en neefjes en die zie ik nu vaak. Soms komen ze na school gezellig langs en dan knutselen we of koken we samen eten. Heel gezellig.
Wanneer je op dit niveau volleybalt, dan denk je toch in termijnen. Nog een seizoen of meerdere seizoenen naar het buitenland terwijl ik hier ook iets wil opbouwen. Daarom heb ik nu gekozen om in Nederland te spelen.”

Is dat wat je miste aan veel in het buitenland spelen?

“Jazeker, veel vriendinnen volleyballen ook en die kennen het ook wel, het veel van huis zijn. Wanneer ik veel weg was, dan miste ik familie en die gewone dingen als op de fiets springen en even langs wippen wel. Dan kan namelijk niet via de Skype! Dat kan nu ik hier ben wel. Ik kan overal prima zijn of wonen en volleybal spelen, maar thuis zijn met Dennis en familie is echt thuis.”

Nu speel je bij Sneek, hoe gaat dat en hoe blijf je fit?

“We trainen twee keer per week en in het weekend zijn de wedstrijden. Verder blijf ik fit door zelf te trainen in de sportschool en door hard te lopen, al vind ik dat niet het leukst om te doen. En ik heb allerlei gewichten en zo thuis. Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat ik op niveau blijf.”

[Na even rond te hebben gekeken heb ik de gewichten, elastische banden en foamrollers gespot]

Let je dan ook goed op voeding?

“Op dit moment probeer ik gewoon gezond te leven. Zoals ik nu thuis ben eet ik eigenlijk heel Hollands. ’s Morgens iets van havermout of granola, ’s middags lekker een paar bruine boterhammen of salade en in de avond warm eten. Dat is het eigenlijk wel een beetje want ik ben niet echt een snoeper. Ik houd wel ontzettend van eten, lust ook alles! Toen ik in het buitenland volleybalde at ik vaak ’s middags warm en ’s avonds wat lichts. Zoals een salade of soep waar ik gek op ben. Dit kwam vaak omdat we een ochtendtraining hadden en een training eind van de middag waardoor het prettig was als je goed gegeten had voor de energieverdeling.”
En nu de kerst er aan komt? Veel mensen kunnen dan minder goed mate houden met al dat heerlijke eten.
“Kerst bij ons is altijd heel gezellig. We komen dan samen met familie al overdag zodat de kinderen kunnen spelen en we allemaal kunnen bijkletsen. We doen dan ook niet aan een groot kerstdiner waar we veel gangen eten. Het is meer een brunch en lunch met groentetaarten, salades, soep en ander lekkers. Zo kun je goed eten, zonder meteen in januari flink aan de bak te hoeven!”

Volleyballers staan bekend om hun lengte. Wat vind jij fijn of juist fijn niet aan lang zijn?

“Ik vind het heerlijk om lang te zijn! Het geeft een mooie uitstraling. Ik ervaar er geen nadelen aan. Het enige wat ik stom vind is dat mensen het vaak opmerken “zo, jij bent lang!”, alsof ik dat zelf niet weet!’ [we moeten samen hard lachen en de kat duikt in de krabpaal waar heel toepasselijk een kleine volleybal bij ligt].
En verder let ik er wel op wanneer ik hakken draag. Bij sportgala’s en andere gelegenheden waar lange sporters komen, doe ik wel hakken aan, dat vind ik mooi. Maar ik doe ze anders niet aan omdat het dan nog meer opvalt dat ik lang ben. Zeker in het buitenland!”

Wanneer jullie wedstrijden spelen, dan kijken er veel mensen, dus als er iets fout gaat, dan ziet iedereen het. Er is er iets wat je daaraan moeilijk vindt?

“Ja, serveren is dan moeilijker. Je staat in je eentje en je moet het dan doen, terwijl het stil is en iedereen kijkt. Het is een gek solistisch moment terwijl de rest van het spel allemaal in het team opgaat. Ook ben ik een keer toen ik veel jonger was de strijd aan gegaan met een scheidsrechter die echt een desastreuze beslissing nam en ik raakte hem toen aan, dat is echt ‘not done’, maar ja, ik was jong en het was een bekerfinale. Dat zal mij net snel meer gebeuren.”

Je hebt inmiddels veel wedstrijden gespeeld, op het hoogste niveau, welke staat je het meest bij?

“Het EK in 2015. Toen begon het echt zo goed te lopen. We konden toen aan iedereen laten zien wat we allemaal in huis hebben. Eindelijk kon iedereen het zien.”

Je moet kiezen: Wereldkampioen of Olympisch kampioen?

“Olympisch kampioen! Het is de mooiste medaille die er is. De teleurstelling op het moment dat we in de halve finale verloren van China was dan ook heel groot. We hadden het gewoon kunnen hebben! Maar dat is niet gelukt. Natuurlijk was de teleurstelling toen heel groot. Maar nu kijk ik terug en ben ik heel trots op alles wat we hebben gedaan en wat we hebben bereikt.”

In voorjaar van 2017 maakt de bondscoach weer de selectie van 21 spelers voor Oranje bekend, en dan vervolgt de selectie tot er 14 spelers overblijven. Wat zijn jouw ambities?

“Ook al heb ik er nu niet voor gekozen om in het buitenland te spelen, dat wil niet zeggen dat ik niet fit ben en er klaar voor ben. Als het kan, dan wil ik absoluut weer mee doen. Spelen in het nationale team is het mooiste wat er is.”

Wat vind je de leukste trainingsoefening (spel of krachttraining) en waarom?

“Alles wat een spelletje met punten is vind ik het leukst, dat motiveert mij het meeste! Ellenlange technische trainingen zou ik zo inruilen voor een training met punten.”

Wat is je favoriete item in je sporttas?

“Oeh euh even denken, ik denk toch wel mijn bodylotion en mijn geurtje, La Vie est Belle [Lancome].”

Wat was je mooiste moment in Rio tijdens de Olympische Spelen?

“Dat we goed konden horen dat het publiek ‘Holland’ riep. Dat gaf zo’n kippenvel. Dan sta je daar in een van de mooiste hallen, op het mooiste toernooi dat er is en dan hoor je al die mensen Holland roepen en achter je staan. Dat geeft een magisch gevoel.”

Wat was je geworden/wat wil je worden als je niet topsport volleybalster was?

“Nou, vroeger wilde ik naar de politieacademie, daarna dacht ik er aan om verloskundige te worden. Uiteindelijk ben ik de opleiding HBO Verpleegkunde gaan doen en die heb ik nu afgerond. Ik moet alleen mijn BIG registratie nog halen. Dan kan ik gaan solliciteren bij het ziekenhuis en wil ik mij gaan specialiseren om meer richting de technische kant verpleegkundige te gaan. Op de eerste hulp, eerste harthulp of bij chirurgie. De zorg is toch wel mijn ding – naast het volleyballen natuurlijk.”

Na nog een bakkie heerlijke cappuccino en de katten aaien nemen we afscheid bij Quinta. Quinta bedankt!

Link gekopieërd